Examples of using "Kórházban" in a sentence and their dutch translations:
Hij is in het ziekenhuis.
Ik ben in het ziekenhuis.
Hij is in het ziekenhuis.
Ik heb meerdere weken in het ziekenhuis gelegen.
Hij is in het ziekenhuis.
Ik werk in een ziekenhuis.
Tom werkte in een ziekenhuis.
Ik lag een week in het ziekenhuis.
Ze is op dit moment in het ziekenhuis.
Mijn vader ligt nu in het ziekenhuis.
Je hoeft niet in het ziekenhuis te blijven.
Ik lig in het ziekenhuis. Ik werd door de bliksem getroffen.
- Tom is nog steeds in het ziekenhuis.
- Tom is nog in het ziekenhuis.
We werken in hetzelfde ziekenhuis.
- Tom werkt in een dichtbij hospitaal.
- Tom werkt in een ziekenhuis hier vlakbij.
De arts werkt in een ziekenhuis.
De arts werkt in een ziekenhuis.
Ik moet mijn vriend in het ziekenhuis bezoeken.
Ik moet mijn vriend in het ziekenhuis bezoeken.
Hoe lang moet ik nog in het ziekenhuis blijven?
Ik moet mijn vriend in het ziekenhuis bezoeken.
Hij was bang om Kerstmis in het ziekenhuis te moeten doorbrengen.