Examples of using "Ismerünk" in a sentence and their dutch translations:
- Wij kennen jou.
- Wij kennen u.
- Wij kennen jullie.
- Kennen we jullie?
- Kennen we je?
- Kennen we jou?
- Kennen we u?
Wij kennen jou.
Wij kennen jullie.
We kennen alle gevangenissen in het land.
We kennen alle gevangenissen in het land. Waarom?
Vaak voor zaken die we reeds decennia kenden,
De mazelen is een van de meest besmettelijke ziektes die we kennen.
...is zo groot en zo klein... ...het stukje leven dat we kunnen verwekken en aanraken...