Examples of using "Zufällig" in a sentence and their dutch translations:
Dit is toevallig gebeurd.
Niets gebeurt toevallig.
- Er gebeurt niets toevallig.
- Niets gebeurt toevallig.
Toevallig ben ik hem tegengekomen.
Toevallig ben ik hem tegengekomen.
Dit is toevallig gebeurd.
Kent ge toevallig niet zijn naam?
Toevallig ben ik hem tegengekomen.
Ik trof hem puur toevallig.
We hebben elkaar toevallig ontmoet aan het station.
We hebben haar toevallig ontmoet in het park.
- Ik kwam dat restaurant toevallig tegen.
- Ik vond dit restaurant toevallig.
- Ik vond dit restaurant bij toeval.
Toevallig kwam ik haar in de winkel tegen.
De woordkeuze is natuurlijk niet toevallig.
We ontmoetten elkaar toevallig bij het station.
Kent gij toevallig een professor Braun?
Toevallig zag hij een zeldzame vlinder.
We hebben haar toevallig ontmoet in het park.
Ik heb toevallig het boek gevonden.
Kent ge toevallig niet zijn naam?
We kwamen elkaar toevallig tegen.
Kent ge toevallig niet zijn naam?
Weet je toevallig waar ze woont?
Ik kwam een vriend tegen in de bus.
Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.
We hebben hem toevallig in het park ontmoet.
We stapten toevallig op dezelfde bus.
Gisteren liep ik hem aan het station tegen het lijf.
Je weet daar niet toevallig iets van, toch?
Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.
Weet je toevallig waar ze woont?
De proefpersonen voor het experiment waren toevallig uitgekozen.
Toen de bom ontplofte, was ik daar bij toeval.
Ik heb haar per ongeluk op straat ontmoet.
Dus je hebt haar gisteren niet toevallig gezien?
Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.
Niet lang daarna kwamen we elkaar weer toevallig tegen.
Ik heb hem gisteren bij toeval ontmoet in de luchthaven.
Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.
Ik heb toevallig uw moeder gezien in de bibliotheek.
Ik heb ze gisteren toevallig in een restaurant ontmoet.
Ik heb bij toeval een oude vriend in Tokyo ontmoet.
Ik heb toevallig uw moeder gezien in de bibliotheek.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.
Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.
Het thema van de verwarming van de aarde kwam toevallig ter sprake tijdens de conferentie.
Kom ons eens bezoeken wanneer je in de buurt bent.
Tijdens een wandeling in het park kwam ze toevallig haar oude vriendin tegen.
Toen ik gister toevallig Tom tegenkwam, zag hij er nogal moe uit.
Weet je toevallig waar ze woont?
Weet je toevallig waar ze woont?
Als Jason me toevallig belt, vertel hem dan dat ik er niet ben.
De programmeertaal kiezen we vaak min of meer toevallig of uit gewoonte, maar dergelijke aanpak verdient geen aanbeveling.