Examples of using "Getroffen" in a sentence and their dutch translations:
Wie heb je ontmoet?
Heb je haar ontmoet?
- Je hebt gemist.
- U hebt gemist.
- Jullie hebben gemist.
- Je miste.
- U miste.
- Jullie misten.
Ik ben geraakt!
Ik heb hem ontmoet.
Wie heb je ontmoet?
Heb je hem ontmoet?
Ik heb Mary ontmoet.
Je maakte een juiste beslissing.
Ik heb hem een keer ontmoet.
Ik heb Ken gisteren ontmoet.
Alain nam een beslissing.
Toevallig ben ik hem tegengekomen.
- Ik heb uw vriend ontmoet.
- Ik heb je vriend ontmoet.
- Wanneer hebt ge haar ontmoet?
- Wanneer heb je haar ontmoet?
Gisteren heb ik Christine ontmoet.
- Ik heb mijn beslissing genomen.
- Ik heb mijn besluit genomen.
- Ik heb hem gisteren ontmoet.
- Ik ontmoette hem gisteren.
Ik heb hem eergisteren ontmoet.
Ik heb je vriendin ontmoet.
- Heb je hem pas leren kennen?
- Hebt ge hem onlangs nog ontmoet?
- Hebt ge hem onlangs nog ontmoet?
- Heb je hem de laatste tijd nog gezien?
Heb je een keuze gemaakt?
Ik heb haar zopas ontmoet.
- We hebben veel vrienden ontmoet.
- We zijn veel vrienden tegengekomen.
Tom schoot de kleiduif neer.
Maria heeft haar beslissing genomen.
- Hij heeft een beslissing genomen.
- Hij heeft besloten.
Ze ontkende dat ze hem ontmoet had.
Ge hebt het midden van de schietschijf geraakt.
Ik ben blij je ontmoet te hebben.
Ik heb hem eens ontmoet toen ik studente was.
Goede beslissingen vandaag.
Tot nu toe hebben we maarschalken Pérignon…
Gisteren heb ik je ouders ontmoet.
Hebben we elkaar eerder ontmoet?
Ik heb Ken ontmoet aan het park.
- Ik heb de president zelf ontmoet.
- Ik heb de president persoonlijk ontmoet.
Ik heb hem maar één keer ontmoet.
- Ik heb je vader gisteren ontmoet.
- Ik heb uw vader gisteren ontmoet.
- Ik heb jullie vader gisteren ontmoet.
Ik heb Tom deze avond ontmoet.
Op een dag kwam ik hem tegen.
Ik heb die beslissing zelf genomen.
Het huis van Tom werd door de bliksem getroffen.
We kwamen elkaar toevallig tegen.
Ik ontmoette een Amerikaans meisje.
- Ik heb Mattias in Spanje ontmoet.
- Ik ontmoette Mattias in Spanje.
Ik kwam een oude vrouw tegen.
Tom nam de verkeerde beslissing.
Eindelijk hebben ze elkaar persoonlijk ontmoet.
- Hij ontkende haar ontmoet te hebben.
- Hij ontkende dat hij haar ontmoet had.
Ze heeft hem voor het eerst ontmoet in Boston.
Ik kwam een vriend tegen in de bus.
Ik ben bijzonder tevreden met Paul hier.
Tot dusverre hebben we maarschalken
Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?
Een verwoestende aardbeving trof de hoofdstad van de staat.
Heb je hem in de universiteit ontmoet?
Wanneer heb je hem ontmoet?
Ik heb hem eens ontmoet toen ik studente was.
We hebben hem toevallig in het park ontmoet.
- De leraar werd geraakt door een projectiel.
- De leraar werd getroffen door een projectiel.
Ge hebt het midden van de schietschijf geraakt.