Translation of "Geweckt" in Dutch

Was hat dich geweckt?

- Wat maakte je wakker?
- Wat maakte u wakker?
- Wat maakte jullie wakker?
- Wat wekte u?
- Wat wekte jullie?
- Wat wekte je?

Entschuldige! Habe ich dich geweckt?

Sorry, heb ik je wakker gemaakt?

- Ich hoffe, ich habe Sie nicht geweckt.
- Ich hoffe, ich habe euch nicht geweckt.

Ik hoop dat ik u niet gewekt heb.

Guten Morgen, Maria! Habe ich dich geweckt?

Goede morgen, Maria. Heb ik je gewekt?

Ich hoffe, ich habe dich nicht geweckt.

Ik hoop dat ik je niet gewekt heb.

Ich hoffe, ich habe Sie nicht geweckt.

Ik hoop dat ik u niet gewekt heb.

Er wollte zeitig von seiner Frau geweckt werden.

- Hij wilde dat zijn vrouw hem 's morgens vroeg zou wakker maken.
- Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.

- Ich habe dich geweckt.
- Ich weckte dich.
- Ich habe dich aufgeweckt.

Ik maakte je wakker.

Es ist viel besser, von Vögeln statt von einem Wecker geweckt zu werden.

Het is veel beter wakker te worden van de vogels dan van de wekker.