Translation of "Zeigen" in Dutch

- Die Zukunft wird es zeigen.
- Die Zeit wird’s zeigen.

- De tijd zal het zeggen.
- De tijd zal het uitwijzen.
- De tijd zal het leren.

- Ich will dir etwas zeigen.
- Ich will Ihnen etwas zeigen.
- Ich will euch etwas zeigen.

Ik wil je iets tonen.

- Darf ich dir etwas zeigen?
- Darf ich Ihnen etwas zeigen?
- Darf ich euch etwas zeigen?

Kan ik je iets laten zien?

- Ich wollte sie dir zeigen.
- Ich wollte ihn dir zeigen.

Ik wou het je tonen.

- Tom möchte dir etwas zeigen.
- Tom will dir etwas zeigen.

Tom wil je iets tonen.

- Ich will dir etwas zeigen.
- Ich will euch etwas zeigen.

Ik wil je iets tonen.

- Kannst du es mir zeigen?
- Können Sie es mir zeigen?

Kun je me dat laten zien?

Zeigen Sie mal her.

Laat het me eens zien alstublieft.

Kompasse zeigen nach Norden.

Kompassen wijzen naar het noorden.

Die Zeit wird’s zeigen.

De tijd zal het zeggen.

- Zeigen Sie mir bitte ein billigeres.
- Zeigen Sie mir bitte eine billigere.
- Zeigen Sie mir bitte einen billigeren.

Toon mij een goedkopere alstublieft.

- Ich werde dir die Stadt zeigen.
- Ich werde euch die Stadt zeigen.
- Ich werde Ihnen die Stadt zeigen.

Ik zal je de stad laten zien.

- Ich kann dir das nicht zeigen.
- Ich kann euch das nicht zeigen.
- Ich kann Ihnen das nicht zeigen.

Ik kan je dit niet laten zien.

- Ich werde dir die Stadt zeigen.
- Ich werde euch die Stadt zeigen.

Ik zal je de stad laten zien.

- Oh! Zeigen Sie es mir bitte.
- Oh! Zeigen Sie es mir, bitte.

O! Laat eens zien.

- Bitte zeigen Sie mir diese Fotos.
- Zeigen Sie mir bitte die Fotos.

Kunt u me deze foto's laten zien, alstublieft?

- Ich werde dir die Stadt zeigen.
- Ich werde Ihnen die Stadt zeigen.

Ik zal je de stad laten zien.

Jeden Moment seine Warnfarben zeigen.

Ze kan op slag omschakelen naar deze heldere waarschuwingskleuren.

Zeigen Sie mir Ihren Personalausweis.

Toon me uw identiteitskaart.

Lass mich dir etwas zeigen.

Laat me je iets tonen.

Kannst du es mir zeigen?

Kunnen jullie het me laten zien?

- Zeigen Sie sich!
- Zeige dich!

Laat jezelf zien.

Tom möchte dir etwas zeigen.

Tom wil je iets tonen.

Ich werde ihnen das zeigen.

Ik zal ze dat laten zien.

Ich will euch etwas zeigen.

Ik wil je iets tonen.

Tom will dir etwas zeigen.

Tom wil je iets tonen.

Ich wollte sie dir zeigen.

Ik wou het je tonen.

Ich will dir etwas zeigen.

Ik wil je iets tonen.

Ich will keine realistische Szene zeigen.

Wat ik wil doen is niet een realistische weergave bieden.

Gewöhnlich zeigen wir keine starken Emotionen

Lichtempfindliche Kameras zeigen diese mächtigen Raubtiere...

Lichtgevoelige camera's onthullen krachtige roofdieren...

Oh! Zeigen Sie es mir bitte.

O! Laat eens zien.

Bitte zeigen Sie mir Ihren Führerschein.

- Mag ik uw rijbewijs zien?
- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.

Ich werde dir die Stadt zeigen.

Ik zal je de stad laten zien.

Oh! Zeigen Sie es mir, bitte.

O! Laat eens zien.

Ich werde Ihnen das Bild zeigen.

Ik zal je de foto laten zien.

Können Sie mir Ihre Bordkarte zeigen?

Kunt u mij uw instapkaart laten zien?

Ich werde dir den Weg zeigen.

Ik zal u de weg tonen.

Könnten Sie mir diese Krawatte zeigen?

Zou u me die das kunnen tonen?

Zeigen Sie mir, was Sie haben!

Laat me zien wat u heeft.

Bitte zeigen Sie mir diese Fotos.

Kunt u me deze foto's laten zien, alstublieft?

Ich werde dir mein Album zeigen.

Ik zal je mijn album laten zien.

Zeigen Sie uns bitte den Weg!

Wijs ons de weg, alstublieft!

Könnten Sie mir Ihre Bordkarte zeigen?

Kunt u mij uw instapkaart laten zien?

Komm, ich werde es dir zeigen.

Kom, ik zal het je laten zien.

- Können Sie mir den Weg zum Hafen zeigen?
- Kannst du mir den Weg zum Hafen zeigen?

Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?

- Ich möchte dir etwas in meinem Büro zeigen.
- Ich möchte Ihnen etwas in meinem Büro zeigen.

- Ik wil je iets laten zien in mijn bureau.
- Ik wil je iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil u iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil jullie iets laten zien in mijn kantoor.

Manche Studien zeigen sogar höhere Mortalitätsraten auf,

Sommige studies geven zelfs aan dat het de sterftecijfers beïnvloedt,

Sie zeigen, dass die Nacht außergewöhnliche Herausforderungen

...en onthullen dat de nacht vol bijzondere uitdagingen zit...

Ich werde euch ein paar Bilder zeigen.

Ik zal jullie wat foto's laten zien.

Würden Sie mir bitte Ihren Pass zeigen?

Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?

Komm her. Ich werde dir etwas zeigen.

Kom hier. Ik zal je iets tonen.

Erst musst du zeigen, was du kannst.

Eerst moet je laten zien wat je kunt.

Ich pflege meine Gefühle nicht zu zeigen.

Ik ben niet gewoon mijn gevoelens te tonen.

Ich beabsichtige, diese Briefe Tom zu zeigen.

Ik ben van plan Tom deze brieven te laten zien.

Sie versuchte, ihre Gefühle nicht zu zeigen.

Zij probeerde haar gevoelens niet te tonen.

Man muss kluge Entscheidungen treffen und Einsatz zeigen.

Je moet goede beslissingen nemen en vastberaden zijn.

Und zeigen, wie viel Leben sich hier verbirgt.

...en geheime levens onthullen...

Bei Nacht zeigen selbst Korallen ihre dunkle Seite.

's Avonds tonen zelfs koralen een duistere kant.

Die sieben Tonnen schweren Raubfische zeigen ihr Geschick.

Roofdieren van zeven ton tonen hun verfijnde kant.

Können Sie mir den Weg zum Hafen zeigen?

Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?

Könnten Sie mir den Weg zur Bushaltestelle zeigen?

- Kunt u mij de weg naar de bushalte wijzen?
- Kun je me de weg naar de bushalte tonen?

Könnten Sie mir den Weg zum Bahnhof zeigen?

Kunt u mij de weg naar het station wijzen?

Soll ich euch zeigen, wie man das macht?

Zal ik jullie laten zien hoe je dat doet?

Soll ich Ihnen zeigen, wie man das macht?

Zal ik u laten zien hoe je dat doet?

Kannst du mir zeigen, wie man das macht?

Kan je me laten zien, hoe je dit hier doet?

Es zeigen sich erste Falten auf Toms Stirn.

- Tom begon wat rimpels op zijn voorhoofd te krijgen.
- Enkele rimpels zijn begonnen te verschijnen op Toms voorhoofd.

Ich möchte einen Clip von einer Sendung zeigen,

Ik zal je een stukje van een programma laten zien dat werd uitgezonden

- Ich werde es dir zeigen.
- Ich zeig's dir.

- Ik zal het u tonen.
- Ik zal het je tonen.

Kannst du es mir auf der Karte zeigen?

Kun je me dat op de kaart laten zien?

- Ich habe nicht die Angewohnheit, meine Gefühle zu zeigen.
- Es ist nicht meine Gewohnheit, meine Gefühle zu zeigen.
- Ich pflege meine Gefühle nicht zu zeigen.
- Ich zeige meine Gefühle für gewöhnlich nicht.

Ik ben niet gewoon mijn gevoelens te tonen.

Und heute möchte ich Ihnen einen neuen Robotertypen zeigen,

en vandaag wil ik jullie een nieuw type robot laten zien,

Wärmebildaufnahmen zeigen ein Netz von Blutgefäßen unter der Haut.

Warmtebeelden tonen een netwerk van haarvaten onder zijn huid...

Mitten in der Nacht zeigen lichtempfindliche Kameras erstaunliche Bilder.

In het holst van de nacht... ...onthullen lichtgevoelige camera's een opmerkelijk schouwspel.

Aber lichtempfindliche Kameras zeigen eine Spezies, die anders vorgeht.

Maar lichtgevoelige camera's onthullen een soort met een andere benadering.

Zeigen Sie mir eine Gegebenheit, die Ihre Idee untermauert.

Toon mij een feit dat uw idee ondersteunt.