Examples of using "Könntet" in a sentence and their dutch translations:
Zouden jullie me kunnen helpen?
Zouden jullie dat kunnen herhalen?
Zouden jullie ons kunnen helpen na school?
Als jullie morgen zouden kunnen komen, zou ik blij zijn.
- Spreekt u alstublieft langzamer.
- Spreek wat trager alstublieft.
- Spreek langzamer alsjeblieft.
- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?
Je zou me kunnen helpen.
- Zou je het kunnen doen?
- Zou jij het kunnen doen?
- Kunt u me helpen?
- Zou u mij kunnen helpen?
- Zouden jullie me kunnen helpen?
Zou je stil kunnen zijn?
- Zou je ons met rust kunnen laten?
- Zou je ons alleen kunnen laten?
- Zou je dat kunnen herhalen?
- Zou u dat kunnen herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?
- Kunt u alstublieft het raam sluiten.
- Wil je het venster sluiten?
- Sluit het raam, wil je?
- Kunt u me helpen?
- Kan je me helpen?
Zou u alstublieft even kunnen wachten?
- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?
- Geef me het zout alstublieft.
Ik zou willen dat je wat rustiger was!
Zoudt ge even op mijn koffer willen passen?
- Ik dacht dat je hierin wel geïnteresseerd zou zijn.
- Ik dacht dat je je hiervoor wel zou interesseren.
- Ik dacht dat je hiervoor wel belangstelling zou hebben.
- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Geef me het zout alsjeblieft.
- Geef me even het zout door, alsjeblief.
- Geeft u me het zout door, alstublieft.
- Geef me het zout door, alstublieft.
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?
Ik heb mijn portemonnee thuis laten liggen. Kun je me wat geld lenen?
Wilt ge zo goed zijn het venster open te doen?
- Kunt u langzamer spreken?
- Zou u alstublieft wat langzamer willen praten?