Translation of "Vorzuschnellen" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Vorzuschnellen" in a sentence and their dutch translations:

Dann ist sie bereit anzugreifen und vorzuschnellen.

...hebben ze de kracht om vooruit te stoten en aan te vallen.

Dann ist sie bereit vorzuschnellen und anzugreifen.

...hebben ze de kracht om vooruit te stoten en aan te vallen.

Dann sind ihre Muskeln bereit, um vorzuschnellen.

Hij bereidt zich voor zijn spieren te gebruiken en aan te vallen.

Dann ist sie bereit, vorzuschnellen und anzugreifen.

...hebben ze de kracht om vooruit te stoten en aan te vallen.

Sie macht ihre Muskeln bereit, um vorzuschnellen.

Hij bereidt zich voor zijn spieren te gebruiken en aan te vallen.

Sie macht ihre Muskeln bereit, um anzugreifen und vorzuschnellen.

Hij bereidt zich voor zijn spieren te gebruiken en aan te vallen.

Sie macht sich für den Angriff bereit, spannt die Muskel an, um vorzuschnellen. Egal wie schnell man glaubt zu sein, eine Klapperschlange ist schneller.

Hij bereidt zich voor zijn spieren te gebruiken en aan te vallen. En hoe snel je ook bent, je bent niet zo snel als een ratelslang.