Translation of "Anzugreifen" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Anzugreifen" in a sentence and their dutch translations:

Wir hatten nicht vor, ihn anzugreifen.

Het was niet onze bedoeling hem aan te vallen.

Dann ist sie bereit anzugreifen und vorzuschnellen.

...hebben ze de kracht om vooruit te stoten en aan te vallen.

Dann ist sie bereit vorzuschnellen und anzugreifen.

...hebben ze de kracht om vooruit te stoten en aan te vallen.

Dann ist sie bereit, vorzuschnellen und anzugreifen.

...hebben ze de kracht om vooruit te stoten en aan te vallen.

Sie macht ihre Muskeln bereit, um anzugreifen und vorzuschnellen.

Hij bereidt zich voor zijn spieren te gebruiken en aan te vallen.

Mit Rasierklingen anzugreifen und schnitten Mädchen Hakenkreuze auf die Oberschenkel.

Met scheermessen sneden ze swastika's... ...in de dijen van meisjes.

- Die feindlichen Truppen begannen einen Angriff.
- Die feindlichen Truppen begannen anzugreifen.

De vijandelijke troepen starten een aanval.

Ein Stich könnte sie töten. Aber zum Glück ist den Bienen zu kalt, um anzugreifen.

Een steek kan haar doden. Maar gelukkig hebben de bijen het te koud om aan te vallen.

Sie drangen tief in Russland und das Mittelmeer ein und wagten sogar, das anzugreifen, was sie Miklagard nannten, die

Ze zwierven diep Rusland en de Middellandse Zee in en durfden zelfs aan te vallen wat ze Miklagard noemden,