Examples of using "Ungern" in a sentence and their dutch translations:
Ik spreek u niet graag tegen.
Ik spreek je niet graag tegen.
Ik speel niet graag honkbal.
- Ik haat het om dit tegen hen te zeggen.
- Ik haat het om dit tegen jullie te zeggen.
- Ik spreek ze niet graag tegen.
- Ik spreek jullie niet graag tegen.
- Ik spreek hem niet graag tegen.
- Ik spreek u niet graag tegen.
- Ik spreek haar niet graag tegen.
en we doen niet zo graag mee in het sociale spel
Het spijt me om het te zeggen maar de service is niet zo goed.
Zij is een genie. En ik denk dat ze zelfs slimmer is dan ik. Ik geef het niet graag toe maar wat waar is is waar.