Examples of using "Test" in a sentence and their dutch translations:
Hoe ging de toets?
Hoe is je examen gegaan?
- Ik vond de test lastig.
- Ik vond de test moeilijk.
We hebben morgen een tentamen.
Ik ben aan het leren voor een toets.
Een DNA-test bewees dat hij onschuldig was.
We spraken over de test van gisteren.
Tom blonk uit met de toets.
Heeft Paula voor de test van vandaag gestudeerd?
Uiteindelijk ben ik geslaagd in de test.
- Wil je getest worden op hiv?
- Wilt u getest worden op hiv?
Ik heb een grote fout gemaakt bij de toets.
Ik ga deze machine vandaag testen.
De leraar zei: "Morgen maken jullie een toets".
Ik heb een grote fout gemaakt bij de toets.
We hebben morgen een tentamen.
Hij besteedde talloze uren aan de voorbereiding op de test.
Ik ben aan het leren voor een toets.
We beginnen met een duik en een grappige testbeslissing.