Examples of using "Siebzehn" in a sentence and their dutch translations:
Volgend jaar word ik zeventien.
Ook ik ben zeventien.
Ook ik ben zeventien.
In februari werd hij zeventien.
Helen is zeventien jaar oud.
In februari wordt hij zeventien.
Volgend jaar word ik zeventien.
Volgend jaar word ik zeventien.
Ook ik ben zeventien.
- In februari wordt hij zeventien.
- In februari werd hij zeventien.
- Hij verliet de middelbare school met zeventien jaar.
- Op zijn zeventiende verliet hij de middelbare school.
- Ze is getrouwd aan zeventien jaar.
- Ze is getrouwd toen ze zeventien was.
- Ze is op haar zeventiende getrouwd.
Ook ik ben zeventien.
Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.