Translation of "Sauerstoff" in Dutch

- Du kannst nicht ohne Sauerstoff leben.
- Ohne Sauerstoff kann man nicht leben.

Zonder zuurstof kun je niet leven.

- Wasser ist aus Wasserstoff und Sauerstoff zusammengesetzt.
- Wasser besteht aus Wasserstoff und Sauerstoff.

Water is gevormd uit waterstof en zuurstof.

Wasser besteht aus Wasserstoff und Sauerstoff.

Water is gevormd uit waterstof en zuurstof.

Wasser besteht aus Sauerstoff und Wasserstoff.

Water bestaat uit zuurstof en waterstof.

Ohne Sauerstoff kann man nicht leben.

Zonder zuurstof kun je niet leven.

Er starb aus Mangel an Sauerstoff.

Hij stierf door zuurstofgebrek.

Ohne Sauerstoff kannst du nichts verbrennen.

Je kan niks verbranden zonder zuurstof.

Wir können nicht ohne Sauerstoff leben.

We kunnen niet leven zonder zuurstof.

Wasser ist aus Wasserstoff und Sauerstoff zusammengesetzt.

Water is gevormd uit waterstof en zuurstof.

Auf dem Mond gibt es keinen Sauerstoff.

Er is geen zuurstof op de maan.

Es gibt fast keinen Sauerstoff im Zimmer.

Er is bijna geen zuurstof in de kamer.

Es ist beinah kein Sauerstoff im Raum.

Er is bijna geen zuurstof in de kamer.

Die tropischen Regenwälder produzieren Sauerstoff und absorbieren Kohlendioxid.

De tropische regenwouden produceren zuurstof en slorpen koolstofdioxide op.

- Essig- oder Zitronensäure sind sauer, Sauerstoff aber ist nicht sauer.
- Essigsäure und Zitronensäure sind sauer, aber Sauerstoff ist nicht sauer.

Azijnzuur en citroenzuur zijn zuur, maar zuurstof is niet zuur.

Leben braucht Sauerstoff, um groß und komplex zu werden.

Want leven heeft zuurstof nodig om groot en complex te worden.

Plankton und Mikroorganismen geben Sauerstoff an die Atmosphäre ab,

Plankton en micro-organismen laten zuurstof vrij in de atmosfeer,

Vermutlich ein Anzeichen dafür, dass es nicht viel Sauerstoff gibt.

Een indicatie... ...dat hier minder zuurstof is.

- Er starb aus Mangel an Sauerstoff.
- Er starb an Sauerstoffmangel.

Hij stierf door zuurstofgebrek.

Die Luft, die wir atmen, besteht aus Sauerstoff und Stickstoff.

De lucht die we inademen, bestaat uit zuurstof en stikstof.

Ein Wassermolekül besteht aus einem Sauerstoff- und zwei Wasserstoff-Atomen.

Een watermolecule bestaat uit één zuurstofatoom en twee waterstofatomen.

Das Garnelenmännchen muss Nahrung finden, bevor der Sauerstoff zur Neige geht.

De garnaal moet eten vinden voordat de zuurstof opraakt.

Bei niedrigem Luftdruck fällt es den Menschen schwerer, genug Sauerstoff einzuatmen.

Bij lage druk hebben mensen het moeilijk om genoeg zuurstof in te ademen.

Bekommt man etwas weniger Sauerstoff, fängt das Gehirn an, einem etwas vorzuspielen.

Als je minder zuurstof krijgt... ...ga je dingen zien.

Er versorgt die Eier mit seinem Siphon mit Sauerstoff und kümmert sich um sie.

Ze voorziet de eieren van zuurstof, zorgt voor ze.

Er geht an Land, um Sauerstoff direkt aus der Luft aufzunehmen. Endlich kehrt die Sonne zurück.

Hij klimt eruit zodat hij zuurstof uit de lucht kan opnemen. Eindelijk keert de zon terug.

Unsere Atmosphäre besteht zu 21 % aus Sauerstoff, den wir zum Atmen brauchen, zu 78 % aus Stickstoff und zu 0,9 % aus Argon. Die übrigen 0,1 % bestehen aus Wasserdampf, Kohlendioxid, Neon, Methan, Krypton, Helium, Xenon, Wasserstoff, Distickstoffoxid, Kohlenmonoxid, Stickstoffdioxid, Schwefeldioxid und Ozon.

Onze atmosfeer bevat 21% zuurstof, dat nodig is om te ademen, 78% stikstof en 0,9% argon. De andere 0,1% bestaat uit waterdamp, koolstofdioxide, neon, methaan, krypton, helium, xenon, waterstof, distikstofmonoxide, koolmonoxide, stikstofdioxide, zwaveldioxide en ozon.