Examples of using "Salat" in a sentence and their dutch translations:
- Ik hou niet van sla.
- Ik hou niet van salade.
Wil je salade?
- Vond u het slaatje lekker?
- Vond je het slaatje lekker?
Het smaakt als sla met prikkels.
Ze maken een salade.
Ik hou niet van sla.
Hij wast mijn sla.
Deze salade smaakt naar citroen.
Ik heb 's middags een slaatje gegeten.
Tom voederde sla aan de slakken.
Ze heeft haar salade niet opgegeten.
Tom kan zelfs geen slaatje maken.
Ik heb 's middags een slaatje gegeten.
Ik heb als avondmaal een slaatje gegeten.
Hak alsjeblieft de kip voor de salade.
Ik wil Italiaanse dressing op mijn salade.
Kunt ge mij het recept voor uw salade geven?
Als avondmaal heb ik liefst een slaatje — op dat uur van de dag heb ik gewoonlijk geen honger.
We kopen een kilo sperziebonen, twee kilo aardappelen, een krop sla, een halve kilo tomaten en twee komkommers.