Examples of using "Nudeln" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet noedels.
Ik eet noedels.
Ik hou van noedels.
Tom houdt van pasta.
Ik eet noedels.
Pasta bevat veel koolhydraten.
Pasta koken is makkelijk.
Wil je noedels of rijst eten?
Tom weet niet hoe hij noedels moet klaarmaken.
Kinderen houden van pasta in tomatensaus.
Spätzle is een soort Duitse pasta.
- Ik eet pasta.
- Ik ben pasta aan het eten.
Ik eet macaroni.
Italianen eten pasta.
Voeg de pasta toe aan het kokende water.
Tom eet vaak bonen, rijst, aardappelen of pasta.
- In de pasta die ik heb gegeten zat er te veel basilicum.
- In de noedels die ik heb gegeten zat er te veel basilicum.