Examples of using "Kräftig" in a sentence and their dutch translations:
Zij zijn sterk.
- Hij is erg sterk.
- Ze is erg sterk.
- Zij is erg sterk.
Tom is ontzettend sterk.
- Ze is sterk.
- Zij is sterk.
- Zij zijn sterk.
Ze hield mijn arm stevig vast.
Het regende hard de hele dag door.
Hoewel hij heel oud is, is hij sterk.
Groot, gespierd en knaloranje, de iconische orang-oetang van Azië.
Haar kaken zijn zo sterk dat ze botten kunnen vermalen.
- Hoewel hij zwak was als zuigeling, is hij nu heel sterk.
- Ondanks dat hij als baby zwak was, is hij nu heel sterk.
...en hij had mijn triceps flink te pakken. En hij beet door het bot heen.
Hij is klein maar sterk.