Examples of using "Kaputtgemacht" in a sentence and their dutch translations:
Tony heeft het gebroken.
Wie heeft dit gebroken?
Ik heb je asbak gebroken.
Ik heb mijn bril kapotgemaakt.
Wie heeft het koffiezetapparaat kapotgemaakt?
Hij brak deze vaas expres.
- Wie heeft de ruit gebroken? Zeg me de waarheid.
- Wie heeft het raam gebroken? Vertel de waarheid.
Dit is het raam dat kapotgemaakt werd door de jongen.
- Ik heb hem niet gebroken.
- Ik heb hem niet kapotgemaakt.