Translation of "Sauber" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Sauber" in a sentence and their dutch translations:

- Es ist sauber.
- Sie ist sauber.
- Er ist sauber.

Het is schoon.

- Halte dein Zimmer sauber.
- Haltet euer Zimmer sauber.
- Halten Sie Ihr Zimmer sauber.

Hou uw kamer proper.

Wir sind sauber.

We zijn schoon.

Haltet euer Klassenzimmer sauber.

Hou jullie klaslokaal schoon.

Mach die Küche sauber.

Maak de keuken schoon.

Johannes’ Hand ist sauber.

De hand van Jan is rein.

Es ist nicht sauber.

Het is niet schoon.

Dieser Tisch ist sauber.

Deze tafel is schoon.

Mach den Spiegel sauber!

Maak de spiegel schoon.

Die Küche war sauber.

De keuken was schoon.

Ist das Bad sauber?

Is het bad schoon?

Sind eure Hände sauber?

Zijn jullie handen schoon?

Mach das Fenster sauber.

- Maak dat raam schoon.
- Maak het raam schoon.

Mach die Fenster sauber.

Maak de ramen schoon.

- Du musst dein Zimmer sauber halten.
- Sie müssen Ihr Zimmer sauber halten.

- Je moet je kamer schoon houden.
- U moet uw kamer schoon houden.

Doch sie war überraschend sauber.

maar ze was verrassend schoon.

Das Sitzungszimmer muss sauber sein.

De vergaderzaal moet schoon zijn.

Das rosa Kopfkissen ist sauber.

De roze kussen is schoon.

Das Wasser ist nicht sauber.

- Het water is niet schoon.
- Het water is niet zuiver.

Er hält sein Zimmer sauber.

Hij houdt zijn kamer schoon.

Das sie fast immer sauber hielt.

die ze bijna altijd schoonhield.

Okay, machen wir uns etwas sauber.

We maken onszelf een beetje schoon.

Sie sauber zu halten, ist aufwendig.

Want dit gewone schoonmaakwerk is duur.

Du musst dein Zimmer sauber machen.

- Je moet je kamer opruimen.
- Je moet je kamer kuisen.

Ich sollte das Zimmer sauber machen.

Ik zou die kamer moeten schoonmaken.

Diesen Raum hat Tom sauber gemacht.

De kamer wordt door Tom schoongemaakt.

Du musst deine Hände immer sauber halten.

Je moet je handen altijd schoonhouden.

Haltet euer Zimmer so sauber wie möglich.

Hou je kamer zo netjes als je kan.

Ist das Wasser in diesem Glas sauber?

Is het water in dit glas schoon?

- Sind deine Hände sauber?
- Hast du saubere Hände?

Zijn jullie handen schoon?

Ich ließ meinen Bruder mein Zimmer sauber machen.

Ik liet mijn broer de kamer schoonmaken.

- Mach dein Zimmer sauber.
- Räum dein Zimmer auf!

- Maak je kamer schoon.
- Maak uw kamer schoon.

- Das Wasser ist rein.
- Das Wasser ist sauber.

- Het water is schoon.
- Het water is proper.

Tom hat die Küche noch nicht sauber gemacht.

Tom heeft de keuken nog niet schoongemaakt.

Wenn du auf die Klobrille pisst, mach sie sauber!

- Als ge op de wc-bril pist, wis het af!
- Als je op de wc-bril plast, wis hem dan af!

Ich brachte ihn dazu, mein Zimmer sauber zu machen.

- Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer te kuisen.
- Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer schoon te maken.

Als Tom jung war, war er ordentlich und sauber.

Toen Tom jong was, was hij ordelijk en welgemanierd.

Ich will das Haus sauber machen, bevor meine Eltern kommen.

Ik wil het huis schoonmaken voor mijn ouders komen.

Wenn die eine Hand die andere wäscht, werden beide sauber.

Als de ene hand de ander wast, worden ze allebei schoon.

- Das Wasser dieses Flusses ist sehr sauber.
- Das Wasser dieses Flusses ist überaus rein.

- Het water van deze rivier is heel zuiver.
- Het water van deze rivier is erg schoon.

Ich hasse diese Spinnen; wegen denen flippe ich jedes Mal aus, wenn ich sauber mache.

Ik haat deze spinnen, ze zijn er altijd om me bang te maken als ik aan het schoonmaken ben.

„Du wirst dir deine Kleidung schmutzig machen.“ — „Mach dir keine Sorgen! Sehr sauber waren sie ohnehin nicht.“

"Je kleren worden nog vies." "Geeft niet. Ze waren toch al niet echt schoon."

In Berlin, damals Hauptstadt des Kurfürstentums Brandenburg, war die Straßenreinigung zunächst eine Art Zwangsarbeit für Dirnen. Als Begründung wurde kurz und bündig angegeben: „Dirnen benutzen die Straßen mehr als ehrsame Bürger, also sollen sie sie fortan auch sauber halten."

In Berlijn, toen de hoofdstad van het keurvorstendom Brandenburg, was het schoonhouden van de straten aanvankelijk aan de prostituees voorbehouden als een soort verplichte taak. De aangevoerde reden was beknopt: "Prostituees gebruiken de straat meer dan eerbiedwaardige burgers, dus dienen zij die voortaan schoon te houden."