Examples of using "Hasste" in a sentence and their dutch translations:
- Hij verachtte mensen van zijn eigen soort.
- Hij haatte mensen van zijn eigen soort.
Ze haatte vleermuizen.
Tom haatte Maria.
Ze haatte haar echtgenoot.
Mijn stiefvader haatte me.
Hitler haatte de joden.
Hij haatte liegen.
James Madison haatte het idee.
Tom haatte zijn leven lang honden en katten.
Tom had vroeger een hekel aan Boston.
Tom haatte zijn leven lang honden en katten.
Ze haatte hem.
Christoffel Columbus was niet een ontdekkingsreiziger omdat hij van de zee hield. Hij was een ontdekkingsreiziger omdat hij een hekel had aan Spaanse gevangenissen.