Examples of using "Geredet" in a sentence and their dutch translations:
Heb je überhaupt iets gezegd?
Heb je met Tom gesproken?
- Heb je überhaupt iets gezegd?
- Heb je überhaupt je mond opengedaan?
Ik heb over je gepraat.
We hebben niet gesproken gisteren.
- Tom heeft gisteren met Mary gesproken.
- Tom heeft gisteren met Mary gepraat.
- Waar hadden jij en Tom het over?
- Waar waren jij en Tom over aan het praten?
Hij is al een uur aan het spreken.
- Ze hebben allemaal gesproken.
- Ze praatten allemaal.
Hebben jullie weer over mij gepraat?
- Wanneer was het de laatste keer dat je met Tom sprak?
- Wanneer praatte je voor het laatst met Tom?
Ik vraag me af met wie Tom aan het praten was.
Ik sprak met haar.
Ik durf wedden dat Tom nooit zo tegen jou gepraat heeft.
We hebben niet gesproken gisteren.
- Ze praatte de hele tijd.
- Ze sprak de hele tijd.
Ik heb al met deze student gesproken.