Translation of "Gekündigt" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Gekündigt" in a sentence and their dutch translations:

Tom hat gekündigt.

Tom nam ontslag.

- Ich wurde nicht entlassen. Ich habe gekündigt.
- Ich wurde nicht gefeuert. Ich habe gekündigt.

Ik ben niet ontslagen. Ik heb mijn ontslag gegeven.

- Er hat aufgegeben.
- Er hat gekündigt.

- Hij gaf het op.
- Hij nam ontslag.
- Hij trad af.

Ich wurde nicht entlassen. Ich habe gekündigt.

Ik ben niet ontslagen. Ik heb mijn ontslag gegeven.

Sie hat ihren Job letzten Monat gekündigt.

Ze heeft afgelopen maand ontslag genomen.

Ich wurde nicht gefeuert. Ich habe gekündigt.

Ik ben niet ontslagen. Ik heb mijn ontslag gegeven.

- Er gab auf.
- Er hat aufgegeben.
- Er hat gekündigt.

- Hij nam ontslag.
- Hij stopte ermee.

Ihm wurde die Mitgliedschaft gekündigt, weil er seinen Beitrag nicht rechtzeitig bezahlt hatte.

Men heeft hem als lid uitgesloten om dat hij het lidgeld niet op tijd betaald had.

Hans wusste nicht, wie er seiner Frau klarmachen sollte, dass er seine Arbeit gekündigt hatte.

Johannes wist niet hoe hij aan zijn vrouw moest uitleggen dat hij zijn werk opgezegd had.