Examples of using "Floh" in a sentence and their dutch translations:
- Ik rende weg.
- Ik vluchtte.
Ze vluchtte.
Hij vluchtte.
Hij ontvluchtte zijn land.
Zij ontvluchtte haar land.
Hij voelde het gevaar en ging op de vlucht.
Toen hij de politieauto zag, sloeg hij op de vlucht.
De president vluchtte uit de hoofdstad.
Ik ben met Pepe uit de gevangenis ontsnapt...
Hij voelde het gevaar en ging op de vlucht.
In februari 1815 ontsnapte Napoleon uit ballingschap op Elba en landde in Frankrijk.