Examples of using "Erleichtert" in a sentence and their dutch translations:
- Je ziet er opgelucht uit.
- U ziet er opgelucht uit.
- Jullie zien er opgelucht uit.
- Je lijkt opgelucht.
- U lijkt opgelucht.
- Jullie lijken opgelucht.
Tom voelde zich opgelucht.
Ik voel mij opgelucht.
- Tom ziet er opgelucht uit.
- Tom lijkt opgelucht.
- Ze zien er opgelucht uit.
- Zij zien er opgelucht uit.
Hij zei dat hij opgelucht was.
Als je warme melk drinkt voor je naar bed gaat, is het makkelijker om in slaap te vallen.
Ik was opgelucht om dat te horen.
Ik wil het hebben over wat het makkelijk maakt.
Ik was opgelucht dat ze nog leefde.
Ik was opgelucht te horen dat ze in leven was.
Ik ben blij dat u mijn gebroken Engels hebt kunnen verstaan.