Examples of using "Eben" in a sentence and their dutch translations:
Tom lachte even.
"Jongens zullen altijd jongens zijn."
Paul heeft net gebeld.
Dit soort dingen gebeuren.
Zou je even kunnen wachten?
Ze hebben net hun verloving aangekondigd.
Zo is het. Dit gebeurt in elke situatie.
- Hij is zo.
- Zo is hij.
Mag ik je woordenboek even?
Tom lachte net.
Ze heeft net gebeld.
Ik wil trouwen, alleen niet met jou.
- Zou je even kunnen wachten?
- Zou u even kunnen wachten?
Ik ben net aangekomen.
Een man moet nu eenmaal doen wat een man moet doen.
- Met wie praatte je zonet?
- Wie was dat waar je net mee praatte?
Ik laat je de auto zien die ik net gekocht heb.
In het ergste geval moeten we er gewoon zo gelukkig mogelijk uitzien.
Ik ben niet zoals jij.
Ik loop even naar de brievenbus om een brief te posten, hoor. Tot zo.
Sommige partijgenoten hebben gewoon bakstenen in plaats van brood in mijn rugzak gestopt.
Ik wil trouwen, alleen niet met jou.
Ik durf erop wedden dat we ons allen die vraag al meermaals hebben gesteld.
Wacht een ogenblik. Ik zal Jimmy eens bellen.
- Zou je even kunnen wachten?
- Zou u even kunnen wachten?
- Zou u alstublieft even kunnen wachten?
- Vind je het erg om even te wachten?
Als ze geen brood hebben, laat ze dan taart eten!
Ik laat je de auto zien die ik net gekocht heb.
Als iemand die je achtergrond niet kent zegt dat je klinkt als een moedertaalspreker betekent dat dat diegene waarschijnlijk iets in je spreken opgemerkt heeft dat hem deed realiseren dat je geen moedertaalspreker bent. Met andere woorden, je klinkt niet echt als een moedertaalspreker.