Examples of using "Blätter“" in a sentence and their dutch translations:
Bladeren vallen.
In de herfst vallen de bladeren af.
De bladeren vielen.
De bladeren vallen gestaag.
De bladeren zijn geel.
Waarom zijn bladeren groen?
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
De tak is vol met bladeren.
En blaadjes hebben natuurlijk een lage calorische waarde,
In de herfst worden de bladeren geel.
De bladeren vielen op de grond.
De blaadjes zijn begonnen van kleur te veranderen.
In de herfst vallen de bladeren af.
De bladeren zeggen: 'Ik heb stikstof nodig.
In oktober beginnen de bladeren te vallen.
Alle bladeren aan de boom werden geel.
De bladeren begonnen rood en geel te worden.
De blaadjes zijn begonnen van kleur te veranderen.
De bladeren van de eucalyptus zijn lang en dun.
De bladeren van de bomen worden bruin in de herfst.
- In de herfst kleuren de bladeren rood en goud.
- In de herfst worden de bladeren rood en goudbruin.
Al deze groene bladeren worden rood in de herfst.
In de herfst kleuren de bladeren rood en goud.
Zie je die kleine gekartelde... ...randen op de bladeren?
In de winter vliegen de droge bladeren in de lucht rond.
Zijn vlijmscherpe gekartelde randen snijden in je als een zaag.
In de herfst worden de bladeren geel.
De bladeren en de schors van de es worden sinds de oudheid voor medische doeleinden gebruikt.
De bladeren van de boom zijn vergeeld.
Of misschien doen we een paar bladeren en takken in de rugzak... ...om er wat minder als een mens uit te zien.
Je vroeg me wat ik nodig heb, en in welke hoeveelheden, voor één persoon, als ik dat eten klaarmaak. Daarvoor heb je nodig: een halve ui, de helft van een wortel, een vierde van een peper, een achtste van een venkel, een vierde van een banaan, een pruim en twee sprietjes bieslook. Bovendien zijn er nog olie en specerijen nodig.