Translation of "Beiden" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Beiden" in a sentence and their dutch translations:

beiden Händen.

beide handen zwaaiend .

- Ich kenne keinen der beiden.
- Ich kenne keinen von beiden.

- Ik ken geen van beide.
- Ik ken geen van beiden.

Die beiden Mädchen lachten.

- Beide meisjes lachten.
- Beide meisjes hebben gelachen.

- Wer hat diese beiden Briefe geschrieben?
- Wer schrieb diese beiden Briefe?

- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft die twee brieven geschreven?

- Der Polizist trennte die beiden Kämpfenden.
- Der Polizist trennte die beiden Streithähne.

De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.

Seine beiden Großväter sind tot.

Zijn beide grootvaders zijn dood.

Die beiden Frauen kennen sich.

De twee vrouwen kennen elkaar.

Keines von beiden war wahr.

Geen van beide was waar.

Diese beiden Blätter ähneln sich.

Deze twee bladeren lijken op elkaar.

Die beiden Besprechungen kollidieren terminlich.

De twee afspraken botsen tijdelijk met elkaar.

Was macht ihr beiden da?

Wat zijn jullie twee aan het doen?

- John ist von den beiden der Größere.
- Johannes ist der Größere von beiden.

Jean is de grootste van beiden.

- Ich habe mir meine beiden Beine gebrochen.
- Ich brach mir meine beiden Beine.

Ik heb mijn beide benen gebroken.

Deshalb müssen diese beiden gigantischen Staaten

En daarvoor moeten deze twee landen, deze twee krachtige reuzen,

Die beiden Schwestern wurden immer berühmter.

De twee zussen werden meer en meer bekend.

Eine dieser beiden Antworten ist korrekt.

Een van die twee antwoorden is goed.

Halte es mit beiden Händen fest.

Hou het vast met beide handen.

Welches von beiden ist das Teurere?

- Welk van de twee is de duurste?
- Welke van de twee is het duurst?

Ich muss zwischen diesen beiden entscheiden.

Ik moet kiezen tussen die twee.

Ich musste zwischen den beiden wählen.

Ik moest kiezen tussen die twee.

Er kann mit beiden Händen schreiben.

Hij kan met beide handen schrijven.

Warum streiten sich die beiden ständig?

Waarom zijn die twee altijd aan het ruziën?

Wer hat die beiden Briefe geschrieben?

Wie heeft die twee brieven geschreven?

Ich muss mit euch beiden reden.

Ik moet met jullie allebei praten.

- Danke, ihr zwei!
- Euch beiden Dank!

- Bedankt allebei.
- Beiden bedankt.

- Danke, ihr zwei!
- Danke euch beiden.

- Dank je wel jullie beiden!
- Bedankt allebei.
- Beiden bedankt.

Wer hat diese beiden Briefe geschrieben?

- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft deze twee brieven geschreven?

Der Polizist trennte die beiden Kämpfenden.

De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.

Tom hat an beiden Weltkriegen teilgenommen.

Tom vocht in beide wereldoorlogen.

Ich kenne keines der beiden Mädchen.

Ik ken geen van beide meisjes.

- Sie ist die jüngere der beiden Mädchen.
- Sie ist die jüngste von den beiden Mädchen.

Van de twee meisjes is zij de jongste.

- Wer von euch beiden kommt mit mir?
- Wer von Ihnen beiden wird mit mir kommen?

Wie van jullie beiden komt met mij mee?

- Zwischen den beiden begann die Liebe zu sprießen.
- Die Liebe begann zwischen ihnen beiden zu wachsen.

Tussen beiden begon de liefde te groeien.

Mary ist die Hübschere von den beiden.

Maria is de knapste van beiden.

Die beiden Länder haben keine diplomatischen Beziehungen.

Er zijn geen diplomatieke betrekkingen tussen de twee landen.

Wir beide wissen, dass ihr beiden lügt.

- Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.
- We weten beiden dat jullie allebei liegen.

Halt die Vase mit beiden Händen fest.

Hou de vaas met beide handen vast.

Die beiden Mädchen husteten zur gleichen Zeit.

Allebei de meisjes hoestten tegelijkertijd.

Ich habe keines der beiden Bücher gelesen.

Ik heb geen van beide boeken gelezen.

Die beiden Länder verhandelten über einen Vertrag.

Beide landen hebben onderhandeld over een verdrag.

John ist von den beiden der Größere.

Jean is de grootste van beiden.

Halt den Ball mit beiden Händen fest.

Hou de bal met beide handen vast.

Haben diese beiden Ziele nichts miteinander gemein?

Hebben deze twee doelen niets gemeen?

Die beiden Männer wetteiferten um ihre Aufmerksamkeit.

De twee mannen streden om haar aandacht.

Es wird schwierig, die beiden Teile aneinanderzukleben.

- Het zal moeilijk zijn om de twee stukken aan elkaar te lijmen.
- De twee stukken zullen moeilijk aan elkaar kunnen worden gelijmd.

Teilt den Kuchen unter euch beiden auf.

Verdeel de cake onder u beiden.

Man wird einen von uns beiden wählen.

Men zal u of mij kiezen.

Die beiden Jugendlichen haben zu viel getrunken.

Die twee jongens hebben te veel gedronken.

Ich habe mir meine beiden Beine gebrochen.

Ik heb mijn beide benen gebroken.

Die Verbindung zwischen diesen beiden wird oft übersehen,

De link ertussen wordt vaak over het hoofd gezien,

Der die beiden Schalen wie ein Scharnier zusammenhält.

spieren die de twee schelpen als een scharnier bij elkaar houden.

Mit beiden Händen aus, bis er getötet wurde.

uit met beide handen tot hij werd vermoord.

Sag mir, welche der beiden Kameras besser ist.

- Vertel me welke van de twee camera's beter is.
- Zeg mij welke van beide camera's de beste is.

Zwischen den beiden gibt es einen enormen Unterschied.

Er is een duidelijk verschil tussen deze twee.

Die Grenze zwischen den beiden Nachbarländern bleibt geschlossen.

De grens tussen beide buurlanden blijft gesloten.

Zwischen den beiden begann die Liebe zu sprießen.

Tussen beiden begon de liefde te groeien.

Jetzt reicht’s! Ich habe genug von euch beiden!

Nu is het genoeg! Ik heb het helemaal gehad met jullie twee.

Die beiden Gedichte drücken das menschliche Leid aus.

De twee gedichten drukken het menselijk lijden uit.

Tom steht mit beiden Beinen auf dem Boden.

Tom staat met beide benen op de grond.

Die beiden Grundstücke sind durch eine Mauer getrennt.

De twee velden zijn gescheiden door een muur.

Sie ist die jüngste von den beiden Mädchen.

Van de twee meisjes is zij de jongste.

Diese beiden Wörter können leicht miteinander verwechselt werden.

- Deze twee woorden worden makkelijk door elkaar gehaald.
- Deze twee woorden worden makkelijk met elkaar verward.

Maria sitzt neben dem intelligenteren der beiden Brüder.

Maria zit naast de intelligentste van de twee broers.

Maria meint, sie könne nur uns beiden trauen.

Maria zegt dat ze alleen ons tweeën kan vertrouwen.

Tom verdient mehr als seine beiden Eltern zusammen.

Tom verdient meer dan zijn beide ouders samen.

- Auf beiden Seiten des Flusses sind Bäume.
- Beiderseits des Flusses stehen Bäume.
- Auf beiden Seiten des Flusses stehen Bäume.

Er staan bomen aan beide kanten van de rivier.