Examples of using "Beiden" in a sentence and their dutch translations:
beide handen zwaaiend .
- Ik ken geen van beide.
- Ik ken geen van beiden.
- Beide meisjes lachten.
- Beide meisjes hebben gelachen.
- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft die twee brieven geschreven?
De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.
Zijn beide grootvaders zijn dood.
De twee vrouwen kennen elkaar.
Geen van beide was waar.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
De twee afspraken botsen tijdelijk met elkaar.
Wat zijn jullie twee aan het doen?
Jean is de grootste van beiden.
Ik heb mijn beide benen gebroken.
En daarvoor moeten deze twee landen, deze twee krachtige reuzen,
De twee zussen werden meer en meer bekend.
Een van die twee antwoorden is goed.
Hou het vast met beide handen.
- Welk van de twee is de duurste?
- Welke van de twee is het duurst?
Ik moet kiezen tussen die twee.
Ik moest kiezen tussen die twee.
Hij kan met beide handen schrijven.
Waarom zijn die twee altijd aan het ruziën?
Wie heeft die twee brieven geschreven?
Ik moet met jullie allebei praten.
- Bedankt allebei.
- Beiden bedankt.
- Dank je wel jullie beiden!
- Bedankt allebei.
- Beiden bedankt.
- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft deze twee brieven geschreven?
De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.
Tom vocht in beide wereldoorlogen.
Ik ken geen van beide meisjes.
Van de twee meisjes is zij de jongste.
Wie van jullie beiden komt met mij mee?
Tussen beiden begon de liefde te groeien.
Maria is de knapste van beiden.
Er zijn geen diplomatieke betrekkingen tussen de twee landen.
- Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.
- We weten beiden dat jullie allebei liegen.
Hou de vaas met beide handen vast.
Allebei de meisjes hoestten tegelijkertijd.
Ik heb geen van beide boeken gelezen.
Beide landen hebben onderhandeld over een verdrag.
Jean is de grootste van beiden.
Hou de bal met beide handen vast.
Hebben deze twee doelen niets gemeen?
De twee mannen streden om haar aandacht.
- Het zal moeilijk zijn om de twee stukken aan elkaar te lijmen.
- De twee stukken zullen moeilijk aan elkaar kunnen worden gelijmd.
Verdeel de cake onder u beiden.
Men zal u of mij kiezen.
Die twee jongens hebben te veel gedronken.
Ik heb mijn beide benen gebroken.
De link ertussen wordt vaak over het hoofd gezien,
spieren die de twee schelpen als een scharnier bij elkaar houden.
uit met beide handen tot hij werd vermoord.
- Vertel me welke van de twee camera's beter is.
- Zeg mij welke van beide camera's de beste is.
Er is een duidelijk verschil tussen deze twee.
De grens tussen beide buurlanden blijft gesloten.
Tussen beiden begon de liefde te groeien.
Nu is het genoeg! Ik heb het helemaal gehad met jullie twee.
De twee gedichten drukken het menselijk lijden uit.
Tom staat met beide benen op de grond.
De twee velden zijn gescheiden door een muur.
Van de twee meisjes is zij de jongste.
- Deze twee woorden worden makkelijk door elkaar gehaald.
- Deze twee woorden worden makkelijk met elkaar verward.
Maria zit naast de intelligentste van de twee broers.
Maria zegt dat ze alleen ons tweeën kan vertrouwen.
Tom verdient meer dan zijn beide ouders samen.
Er staan bomen aan beide kanten van de rivier.