Examples of using "Bitter" in a sentence and their dutch translations:
Erg bitter.
Erg bitter.
- Dit medicijn smaakt bitter.
- Het medicament smaakt bitter.
De koffie is bitter.
- Dit bier smaakt bitter.
- Dit bier is bitter.
Deze koffie smaakt bitter.
Dit medicijn smaakt bitter.
Deze koffie is te bitter.
Cacao kan heel bitter zijn.
Hij heeft echt heel dringend het geld nodig.
Deze chocolade smaakt bitterzoet.
De komkommer is bitter? Gooi het dan weg!
Marmont was bitter teleurgesteld dat hij niet tot de eerste Marshals behoorde die in 1804 waren opgericht.
Het is bitter te beseffen dat de kritiek die je op anderen uitte, op jezelf van toepassing is.