Examples of using "Abgeschlossen" in a sentence and their dutch translations:
- Het zit op slot.
- Het is afgesloten.
- Het is vergrendeld.
Missie volbracht.
Het is vergrendeld.
Fase één is voltooid.
Laat de deur op slot.
- Deze deur is gesloten.
- Deze deur is op slot.
Ik heb een levensverzekering afgesloten.
Heb je je auto niet op slot gedaan?
dat ik terechtkwam in een baan bij Disney.
Let erop dat die deur op slot blijft.
- De deur is gesloten.
- De deur is op slot.
- De zaak wordt gesloten.
- De zaak is gesloten.
- Deze deur is gesloten.
- Deze deur is op slot.
Ik moet het werk af hebben tegen vier uur.
Ik heb een levensverzekering.
We hebben onze missie bijna volbracht. Dus geef nu niet op.
Ik heb net een missie volbracht om dit vliegtuigwrak te vinden...
- De deur is dicht.
- De deur is gesloten.
Heb je 's nachts ooit de deur van jouw kamer op slot gedaan?
Iedere deur in het huis is op slot.