Translation of "Style" in Dutch

L'auteur a un beau style.

De auteur heeft een mooie stijl.

Tu aimes quel style de musique ?

- Van welke muziek hou je?
- Welke muziek vind je leuk?

Il a changé son style vestimentaire.

Hij heeft zijn kledingstijl veranderd.

Je ne peux pas le nier. T'as du style.

- Ik kan het niet ontkennen. Je bent stijlvol.
- Ik kan het niet ontkennen. U bent stijlvol.

Et on les a condamnés pour leur style de vie langoureux,

en vervloekt om hun slome levensstijl,

Ce style est chouette, mais l'avez-vous dans une couleur différente ?

De stijl bevalt me, maar heb je het in een andere kleur?

- Tu aimes quel style de musique ?
- Quelle sorte de musique aimes-tu ?

Van welke muziek hou je?

C'est difficile de reconnaître ton style quand les messages sont limités à 80 caractères.

Het is moeilijk uw stijl te herkennen als de boodschap beperkt is tot 80 tekens.

Il est du style « faites ce que je dis, pas ce que je fais ».

Hij is van het type "doe wat ik zeg, niet wat ik doe".

- Tu aimes quel style de musique ?
- Quelle sorte de musique aimes-tu ?
- Quelle sorte de musique aimez-vous ?

- Wat voor soort muziek hou je van?
- Van welke muziek hou je?
- Welke muziek vind je leuk?

Il a vécu dans le style royal et, notoirement, a pillé les églises espagnoles à une telle échelle qu'il

Hij leefde in koninklijke stijl en plunderde, zoals bekend, Spaanse kerken op zo'n schaal dat