Translation of "Rendrai" in Dutch

- Je le rendrai.
- Je la rendrai.

Ik zal het teruggeven.

- Je te rendrai heureuse.
- Je te rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureuse.

Ik zal u gelukkig maken.

- Je vais te rendre heureux.
- Je te rendrai heureuse.
- Je te rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureux.
- Je vous rendrai heureuse.

- Ik zal u gelukkig maken.
- Ik zal je gelukkig maken.

Je vous rendrai heureux.

Ik zal u gelukkig maken.

- Je vous rendrai la monnaie demain.
- Je te rendrai l'argent demain.

Ik zal je het geld morgen teruggeven.

Je lui rendrai visite demain.

Ik zal hem morgen bezoeken.

Je te rendrai l'argent demain.

Ik zal je het geld morgen teruggeven.

Je te rendrai visite demain.

Ik zal je morgen bezoeken.

- Je vais te rendre heureux.
- Je te rendrai heureuse.
- Je te rendrai heureux.

Ik zal je gelukkig maken.

Je rendrai visite à Monsieur Brown demain.

Ik zal meneer Brown morgen bezoeken.

Je m'y rendrai, même s'il pleut des cordes.

Zelfs als het hard regent, ga ik.

Je rendrai visite à mon oncle la semaine prochaine.

Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.

Je rendrai le livre aussi vite que je peux.

Ik zal het boek teruggeven zodra ik kan.

Je te rendrai ton pognon quand les poules auront des dents.

Ik zal u uw geld teruggeven als kippen tanden zullen hebben.

- Je rendrai le livre aussi vite que je peux.
- Je vais retourner le livre dès que je peux.

Ik zal het boek teruggeven zodra ik kan.