Examples of using "Monnaie" in a sentence and their dutch translations:
Hier is je wisselgeld.
Hier is uw muntstuk.
- Hou de rest maar.
- Hou het wisselgeld maar!
Hier is het wisselgeld.
Hou het wisselgeld maar!
Heb je wat kleingeld?
Heb je wat kleingeld?
Hier is uw wisselgeld.
Verlies je handtas niet.
Nummer 2: sociale valuta.
Hier is het wisselgeld.
- Geef Tom zijn kleingeld.
- Geef Tom zijn wisselgeld.
Ik zou graag tien dollar in munten wisselen.
- Hou het wisselgeld!
- Hou het wisselgeld maar!
- Ik wacht op het wisselgeld.
- Ik wacht tot hij mij het wisselgeld teruggeeft.
De man heeft mijn portemonnee gepikt.
Ik heb nu nauwelijks geld.
Het spijt me, ik heb geen wisselgeld.
Ik heb mijn geld in een portemonnee gedaan.
Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school.
- Ik heb een muntstuk op de stoep gevonden.
- Ik heb een geldstuk op het trottoir gevonden.
Tom leent vaak geld van zijn vrienden.
Oh nee, ik ben vergeten mijn portemonnee mee te nemen!
Ik doe graag aan recycleren. Het beschermt het milieu en mijn portemonnee.
Ik zal je het geld morgen teruggeven.
De Vietnameese munt is de dong. Het symbool daarvoor is "₫".
Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.
Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school.
De devaluatie van de munt was een zware tegenslag voor de economie van het land.
- Ik heb geen geld bij.
- Ik heb geen geld bij me.
Ik wil een telefoontje plegen, maar ik heb geen kleingeld.
Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had.
Als je in het buitenland reist, heb je wisselgeld nodig in de valuta van dat land om te betalen voor een taxi, een kop koffie of fooi.