Examples of using "Régler" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb een uitje met jou te pellen.
- Ik moet een boontje met jou schillen.
- Ik heb met jou een appeltje te schillen.
Laat mij betalen.
Wij kunnen dit probleem niet oplossen.
Ge moet op voorhand betalen.
We moeten dit probleem onmiddellijk oplossen.
- Laat dat maar aan mij over.
- Laat mij dit afhandelen.
Hij zegt dat hij met jou nog een eitje te pellen heeft.
Takashi regelt heel graag elke zondag de motor van zijn auto.
In plaats van het probleem op te lossen, werd de klokkenluider ontslagen.
Hij zal zijn plicht verzaken als hij dit niet snel in orde maakt.
We zouden niet naar wapens moeten grijpen om internationale geschillen op te lossen.
- Geen enkele leerkracht kon het probleem oplossen.
- Niemand van de leerkrachten heeft het vraagstuk kunnen oplossen.
- Ik hoop dat we dat kunnen oplossen.
- Ik hoop dat we dat kunnen rechtzetten.
- Ik hoop dat we dat kunnen regelen.
Ik heb nog een appeltje te schillen met mijn buurjongen. Dat rotjoch schiet steeds papieren pijltjes door ons zolderraam naar binnen.