Examples of using "N'arrive" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan niet zien.
Ik kan het niet verdragen.
Ik kan het niet herinneren.
Ik kan je niet volgen.
Een ongeluk komt zelden alleen.
Ik kan niet in slaap vallen.
Ik kan niets zien.
- Ik kan niets zien.
- Ik kan niet zien.
- Ik kan hem niet horen.
- Ik kan haar niet horen.
Ik kan niet ademen.
Ik kan je niet goed horen.
Ik slaag er niet in daarover te spreken.
Ik kan ze niet aan.
Ik kan me niet voorstellen waarom.
Wat? Ik kan je niet horen.
De president komt nooit op tijd.
Ik kan Tom niet vinden.
Dat kan ik niet geloven!
Ik kan niet stoppen met niezen.
Dat gebeurt niet!
- Zelfs ik kan het niet geloven.
- Zelfs ik kan dat niet geloven.
Ik kan mijn handtas niet vinden.
behalve dat ze niet normaal geneest
Soms komt de trein niet op tijd.
Ze heeft haar kinderen niet in de hand.
Ik kan niet met hem opschieten.
Ik kan mijn tas niet vinden.
Ik kan mijn horloge niet vinden.
Ik kan zijn gevoelens niet begrijpen.
Wij kunnen dit probleem niet oplossen.
Ik kan niet meer tegen deze pijn.
Ik kan het restaurant niet vinden.
Ik krijg de deur niet open.
De kat kan dat niet doen.
- Ik kan mij niet herinneren, hoe daar te komen.
- Ik weet niet meer hoe ik daar moet komen.
Ik kan niet geloven dat ik hier ben.
Ik kan niet geloven dat jij het echt bent.
Ik begrijp niet wat zijn echte doel is.
Ik kan hem nergens vinden.
- Zelfs ik kan het niet geloven.
- Zelfs ik kan dat niet geloven.
Ik kan geen enkel patroon ontdekken.
Ik kan niet door mijn neus ademen.
Het is elf uur en hij komt niet.
Ik kan niet anders denken.
Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
Zelfs ik kan dat niet geloven.
Ik kan maar niet geloven dat Tom nog vrijgezel is.
Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren.
Ik kan niet begrijpen wat er is gebeurd.
Ik kan niet geloven dat ik dat vergeten ben.
Ik geraak maar niet van mijn hoest af.
Ik kan mijn handtas niet vinden.
Ik kan niet geloven dat ik het gedaan heb.
Ik kan mijn boek nergens vinden.
Zo iets gebeurt niet dagelijks.
Zo iets gebeurt niet dagelijks.
Ik kan me niet meer herinneren hoe ik deze machine moet gebruiken.
Ik kan niet zonder koffie na het eten.
Niemand kan het verstaan.
Ik kan Tom niet vinden. Is hij al weg?
- Ik kan Nina nooit aan de telefoon krijgen.
- Ik krijg Nina nooit aan de lijn.
Ik kan niet geloven dat het al Kerstmis is.
Ik kan niet stoppen met niezen.
Ik vind de clitoris niet bij mijn vriendin.
Ik kan niet geloven dat jij het echt bent.
Ik kan hem niet horen.