Translation of "Planter" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Planter" in a sentence and their dutch translations:

Vous devriez planter des genièvres.

Je zou jeneverbessen moeten planten.

Tom est en train de planter des fleurs dans le jardin.

Tom is in de tuin bloemen aan het planten.

En mars, la terre est encore trop froide pour planter dans le jardin.

In maart is de grond nog te koud om iets in de tuin te planten.

Qui a récemment franchi une étape importante en aidant à planter 10 millions d'arbres.

dat onlangs een mijlpaal heeft gepasseerd met het helpen planten van 10 miljoen bomen.