Translation of "Moscou" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Moscou" in a sentence and their dutch translations:

L'homme visite Moscou.

De man bezoekt Moskou.

- Vous aimez Moscou ?
- Est-ce que vous aimez Moscou ?

Vindt u Moskou leuk?

- Aimes-tu Moscou ?
- Aimez-vous Moscou ?
- Tu aimes Moscou ?
- Vous aimez Moscou ?
- Est-ce que tu aimes Moscou ?
- Est-ce que vous aimez Moscou ?

- Vindt u Moskou leuk?
- Vind je Moskou leuk?

Je vis à Moscou.

Ik woon in Moskou.

Moscou est en Russie.

Moskou ligt in Rusland.

Il connaît bien Moscou.

Hij kent Moskou goed.

- Aimes-tu Moscou ?
- Tu aimes Moscou ?
- Est-ce que tu aimes Moscou ?

Vind je Moskou leuk?

Moscou est la capitale de la Russie.

Moskou is de hoofdstad van Rusland.

Lors de la retraite de Moscou, le maréchal de

Tijdens de terugtocht uit Moskou stond de 57-jarige

Combien de kilomètres y a-t-il de Moscou à Saint-Pétersbourg ?

Hoeveel kilometer is het van Moskou naar Sint-Petersburg?

Du corps lors de cette campagne - d'abord par épuisement et maladie en marche vers Moscou;

het korps tijdens die campagne te voorkomen - eerst door uitputting en ziekte op de mars naar Moskou;

C'est lors de la retraite de Moscou que Ney a assuré sa place parmi les légendes de

Het was tijdens de terugtocht uit Moskou dat Ney zijn plaats verzekerde tussen de legendes van de