Examples of using "L'étage" in a sentence and their dutch translations:
Tom leest boven.
Het is boven.
Ga naar boven.
- Ze zijn boven.
- Zij zijn boven.
- Ze zitten boven.
- Zij zitten boven.
Hij woont boven mij.
Tom leest boven.
Ga naar boven.
- Ik ben boven als je me nodig hebt.
- Ik ben boven als jullie me nodig hebben.
- Ik ben boven als u me nodig hebt.
Tom rende de trap op.
De keuken is beneden.
Hij trok zijn bontjas beneden uit, ging naar boven en klopte zachtjes op de deur.