Translation of "Instrument" in Dutch

C'était cet ancien instrument

Het was dit antieke instrument,

Cet instrument est gigantesque.

Dit instrument is reusachtig.

Tu peux jouer d'un instrument.

Je kunt een instrument bespelen.

Comme un instrument de vengeance personnelle.

als instrument voor persoonlijke wraak.

Cet instrument est chez moi aujourd’hui,

Dit instrument is vandaag bij mij thuis,

Pouvez-vous jouer d'un instrument de musique ?

Kunt u een instrument bespelen?

Une trompette est un instrument de musique.

De trompet is een muziekinstrument.

Lessivée par une surexposition à un instrument financier toxique

ten onder door overmatige blootstelling aan een schadelijk financieel instrument

- Un thermomètre est un instrument de mesure de la température.
- Un thermomètre est un instrument qui permet de mesurer la température.

Een thermometer is een middel om de temperatuur te meten.

Est-ce que tu joues d'un autre instrument que le piano?

Speel je ook nog andere instrumenten behalve de piano?

Quand j’ai entendu le son de cet instrument pour la première fois,

Toen ik voor het eerst het geluid van dit instrument hoorde,

Cet instrument me positionne à la fois comme un descendant et un ancêtre.

Dit instrument maakt van mij zowel een afstammeling als een voorouder.

L'argent qu'on possède est instrument de la liberté ; celui qu'on pourchasse est celui de la servitude.

Het geld dat men heeft is een instrument voor de vrijheid; het geld dat men wil is een instrument voor onderwerping.