Examples of using "Musique" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van muziek.
Ik heb over muziek gesproken.
Ik hou van muziek.
- Ik hou van muziek, in het bijzonder van klassieke muziek.
- Ik hou van muziek, meer bepaald van klassieke muziek.
- Ik hou van muziek, vooral klassieke muziek.
Ik hou van klassieke muziek.
Zij houden van muziek.
- Ik ben dol op muziek.
- Ik ben gek op muziek.
Ik haat muziek.
Ze houdt erg van muziek.
Ik vind zijn muziek leuk.
Zet de muziek zachter!
Ik studeer muziek.
Ik geniet van muziek.
Ik hou van muziek.
Die muziek werkt op zijn zenuwen.
- Ik hou van muziek.
- Ik ben dol op muziek.
- Ik ben gek op muziek.
Muziek verenigt.
Ik heb over muziek gesproken.
Zet de muziek zachter!
- Ik hou van deze muziek.
- Ik vind deze muziek geweldig.
Deze muziek brengt me tot rust.
- Ik ben dol op muziek.
- Ik ben gek op muziek.
Ik hou van muziek, meer bepaald van klassieke muziek.
Wat muziek betreft, welke soort muziek hoor jij graag?
Ze houdt erg van muziek.
Ik hou niet van muziek.
Mijn moeder is gek op muziek.
Muziek is universeel.
Ik luister naar muziek.
Laten we wat muziek luisteren.
Ik hoor muziek.
Nancy houdt van muziek.
- Ze begrijpt muziek.
- Zij begrijpt muziek.
Hij houdt van muziek.
Ik hou van Ierse muziek.
Ze hebben het over muziek.
Muziek is alles.
Ik hou van popmuziek.
Ik hou van instrumentale muziek.
Er klonk fijne muziek.
We houden van muziek.
Zij houden van muziek.
Ik hou van Oostenrijkse muziek.
- We studeren muziek.
- Wij bestuderen muziek.
Ik hou van klassieke muziek.
- Ik hou van rockmuziek.
- Ik hou van rock.
- Ik vind rockmuziek leuk
Ik luisterde naar Franse muziek.
De muziek stopte.
Ik hou van countrymuziek.
Muziek is liefde.
Muziek is saai.
- Deze muziek is aanstekelijk.
- Deze muziek is meeslepend.
Deze muziek is leuk.
Deze muziek is geweldig!
Deze muziek is rustgevend.
Deze muziek is akelig.
De muziek is pakkend.
- Ik ben geïnteresseerd in muziek.
- Ik heb interesse voor muziek.
Ik luister graag naar klassieke muziek.
Ik was onder de indruk van zijn muziek.
Ik hou niet van klassieke muziek.
Ik luister naar muziek.
Zijn muziek maakte grote indruk op me.
Klassieke muziek brengt me tot rust, terwijl moderne het omgekeerde effect heeft.
Universiteit, winkelen, muziek.
Muziek is een deugd voor de oren.
Hij was naar muziek aan het luisteren.
Hij is dol op muziek.
Zijn muziek is te luid.