Translation of "Infirmier" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Infirmier" in a sentence and their dutch translations:

Je suis infirmier.

- Ik ben verpleegkundige.
- Ik ben verpleger.

- Préféreriez-vous qu'un infirmier vous examine ?
- Préférerais-tu te faire examiner par un infirmier ?

- Wil je liever onderzocht worden door een mannelijke verpleegkundige?
- Wilt u liever onderzocht worden door een mannelijke verpleegkundige?

Il n'est pas médecin, mais infirmier.

Hij is geen dokter, maar een verpleger.

Il travaille comme infirmier à l'hôpital local.

Hij werkt als verpleger in het lokale ziekenhuis.