Examples of using "Environs" in a sentence and their dutch translations:
- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
Een tijger duikt op vlakbij.
Het station is dichtbij.
- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
- Ze wonen dichtbij.
- Vroeger was hier ergens een hotel.
- Hier ongeveer stond vroeger een hotel.
Is er een benzinestation in de buurt?
Woon je hier in de buurt?
Hij woont in deze wijk.
Dit is het beste zeevruchtenrestaurant in de omgeving.
Is er een jeugdherberg hier in de omgeving?
- Het treinstation is dichtbij.
- Het station is dichtbij.
...en flaconnetjes antistoffen te redden... ...die naar een ziekenhuis in de buurt werden vervoerd.
Ik ben in de buurt van het station.
- Woon je in de buurt?
- Woon je hier in de buurt?
Met ongeveer 10% heeft Duitsland het hoogste percentage vegetariërs in Europa.
- Mijn appartement is in de buurt.
- Mijn appartement is dichtbij.
Woont hij in de buurt?
Hij doet alsof hij enthousiast is wanneer zijn baas in de buurt is.
Is er een jeugdherberg hier in de omgeving?
Kunt u me misschien zeggen of er een hotel hier in de buurt is?