Examples of using "Danse" in a sentence and their dutch translations:
Dans!
Aoi danst.
Zullen we dansen?
Ik dans.
- Tom danst.
- Tom is aan het dansen.
Dans!
Aoi danst goed.
Maria kan goed dansen.
Dans met haar!
Wat danst Aoi goed!
Iedereen dansen!
Mijn beste vriendin danst goed.
Kom met me dansen!
Betty is danslerares.
Ze is danslerares.
Zullen we dansen?
Houdt u veel van dansen?
De aap danst voor geld.
Mijn favoriete dans is de tango.
- Dans met ons.
- Dans met ons mee.
Er wordt altijd veel gedanst in dit café.
en een avondje op de dansvloer,
- Ik dans.
- Ik ben aan het dansen.
Ze begon te dansen toen ze acht was.
Op het bureau ligt een boek over dansen.
Ik moet de toelating van mijn ouders hebben, om met u te gaan dansen.
Ik dans de hele tijd in mijn woonkamer.