Translation of "Christianisme" in Dutch

- Il a des préjugés contre le christianisme.
- Elle a des préjugés contre le christianisme.

- Hij heeft een vooroordeel tegen het christendom.
- Zij heeft een vooroordeel tegen het christendom.

Je n'ai jamais été adepte du christianisme.

Ik ben nooit een aanhanger geweest van het christendom.

Ou ils avaient lu à ce sujet dans la théologie du christianisme.

of omdat ze erover gelezen hadden in belangrijke christelijke boeken.

Les trois grandes religions monothéistes sont le christianisme, l'islam et le judaïsme.

De drie grote monotheïstische religies zijn het christendom, islam en het jodendom.

Le christianisme s'est fixé comme but de satisfaire aux désirs inaccessibles de l'homme, mais pour cette raison a ignoré ses désirs accessibles.

Het christendom heeft zichzelf tot doel gesteld te voldoen aan de onbereikbare wensen van de mens, maar juist daarom heeft het zijn bereikbare wensen verwaarloosd.