Examples of using "Charles" in a sentence and their dutch translations:
Thomas Charles Huston,
Goed gezien, Albert.
Karel reist alleen.
Charles praat tegen je.
Karel was niet alleen.
Karl woont in Zürich, Zwitserland.
Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn.
Maar in 1809, toen aartshertog Karel van Oostenrijk een plotselinge aanval op Beieren lanceerde, was