Examples of using "Ceci " in a sentence and their dutch translations:
Kan ik dit eten?
- Kan ik dit houden?
- Mag ik dit houden?
Wie heeft dit gebroken?
Voor wie heb je dat gekocht?
Wie heeft dit gebroken?
Kan ik dit eten?
Hoe durf je dat te zeggen.
Mag ik het eens passen?
- Hoeveel kost het?
- Hoeveel kost dat?