Examples of using "Autobus" in a sentence and their dutch translations:
Mijn bus is laat.
- Ik wil graag een bus huren.
- Ik zou graag een bus huren.
Deze bus kan vijftig passagiers vervoeren.
Je kunt met de bus naar de universiteit.
We reden per bus naar het congres.
Binnen hoeveel tijd zal die bus vertrekken?
De passagiers zitten op de stadsbussen samengeperst zoals sardines in een blik.