Examples of using "Passagers" in a sentence and their dutch translations:
De bus stopte om passagiers in te laten stappen.
Zijn alle passagiers aan boord?
Deze bus kan vijftig passagiers vervoeren.
Gelukkig raakte geen van de passagiers gewond.
Weinig passagiers hebben de ramp overleefd.
Een buschauffeur is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagiers.
De passagiers zitten op de stadsbussen samengeperst zoals sardines in een blik.