Examples of using "Achète" in a sentence and their dutch translations:
- Wie koopt er?
- Wie koopt?
- Koop het!
- Kopen!
- Koop het!
- Koop haar!
Koop het!
Ze koopt eten.
Koop een mooie jurk!
- Doe normaal!
- Doe zelf wat!
Hij koopt brood.
Tom koopt brood.
Ze koopt brood.
Hij koopt kleding.
Koop het!
- Ze koopt een brood.
- Zij koopt een brood.
Hij koopt sigaretten.
Ze koopt sigaretten.
Ze koopt een computer.
Koop olie.
De jongen koopt een hond.
Hij koopt een oude hoed.
Ze koopt eten.
Wie koopt dit soort kunst?
Tom koopt en verkoopt auto's.
Koop fruit!
Ze koopt een stuk speelgoed voor haar kind.
Hij koopt de tabak op de zwarte markt.
Hij koopt bloemen voor zijn vriendin.
Koop vier grote aardappelen voor me.
Koop alsjeblieft een tube tandpasta.
Toms moeder koopt nog zijn kleren.
Koop in alle geval melk.
Moeder koopt elke woensdag een grote lap varkensvlees bij de slager.
Het is jammer dat we geen wonderen kunnen kopen, net zoals we aardappelen kopen.
Hij moet een nieuwe fiets voor zijn zoon kopen.
De man is prachtige rozen voor zijn vrouw aan het kopen.