Examples of using "Accent" in a sentence and their dutch translations:
Hij spreekt zonder accent.
Hij vermaakte zich over mijn accent.
Hij heeft een goede uitspraak.
De tilde is een accent.
Zijn uitspraak geeft aan dat hij een buitenlander is.
Hij spreekt Engels met een Duits accent.
Hij spreekt Esperanto met een licht Frans accent.
Aan zijn accent kon ik horen dat hij een Amerikaan was.
De tilde is een accent.
Om een of andere vreemde reden spreek ik mijn honden altijd aan met een Iers accent.