Examples of using "L'anglais" in a sentence and their dutch translations:
Ik leer Engels.
Ik probeer Engels te leren.
Laten we Engels studeren.
- Ik studeer het Engels.
- Ik studeer Engels.
- Ik hou van Engels.
- Ik vind Engels leuk.
Ik leer Engels.
Ik geef lessen Engels.
Ik ken geen Engels.
Ik probeer Engels te leren.
Ik wil Engels leren.
We hebben Engels geleerd.
Brits Engels verschilt in veel opzichten van Amerikaans Engels.
"Nee," herhaalde de Engelsman.
Hij geeft les Engels.
- Ik studeer graag Engels.
- Ik leer graag Engels.
Ze studeert Engels.
Jij studeert Engels.
Vind je Engels leuk?
We leerden Engels.
- Begrijp je Engels?
- Versta jij Engels?
Ik probeer Engels te leren.
Kan je Engels?
- Tom leert Engels.
- Tom geeft lessen Engels.
Er zijn enkele verschillen tussen Brits en Amerikaans Engels.
Ik ken geen Engels.
Kenzi spreekt goed Engels.
Engels spreken is moeilijk.
Tony spreekt goed Engels.
Mijnheer Smith leert mij Engels.
- We hebben Engels gestudeerd.
- We studeerden Engels.
Ik ben in staat Engels te lezen.
Engels beheersen is moeilijk.
Hij spreekt vloeiend Engels.
Je spreekt vloeiend Engels.
Hij spreekt een beetje Engels.
Ik spreek vloeiend Engels.
Ik wil Engels leren.
Er zijn enkele verschillen tussen Brits en Amerikaans Engels.
Het Engels is niet mijn moedertaal.
- Engels is niet mijn moedertaal.
- Het Engels is niet mijn moedertaal.
Ik spreek Arabisch maar ik studeer voor Engels.
Hij spreekt beter Engels dan ik.
- Engels is niet mijn moedertaal.
- Het Engels is niet mijn moedertaal.
- Vind je Engels moeilijk?
- Vind je het Engels moeilijk?
- Vind je dat het Engels moeilijk is?
- Vind je dat Engels moeilijk is?
Kan je Engels naar Japans vertalen?
Meneer Kato leert ons Engels.
Engels is een internationale taal.
Engels is eenvoudig te leren.
Engels wordt gesproken in Amerika.
Mijn vader spreekt goed Engels.
Ze spreekt behoorlijk goed Engels.
Hij leert ons Engels.
Hij spreekt zeer goed Engels.
Juffrouw Green leerde mij Engels.
Al de studenten studeren Engels.
Hij spreekt geen Engels.
Ik doceer Engels aan het tweede jaar.
Ik versta geen Engels.
Ik zou graag vloeiend Engels spreken.
Wij leren Engels op school.
Engels wordt gesproken in Canada.
Ik wil standaard Engels leren.
Engels is een Germaanse taal.