Examples of using "élève" in a sentence and their dutch translations:
John is een goede student.
Die student is lui.
Ik ben een nieuwe studente.
Ik ben geen leerlinge.
Is de nieuwe leerling goed?
Ze is geen gewone student.
Die student is lui.
- Ik ben een nieuwe student.
- Ik ben een nieuwe studente.
Ik kwam erachter dat ze een intelligente leerling was.
Tom lijkt meer op een leraar dan op een leerling.
Op zijn boerderij bebouwt hij land en fokt hij dieren.
of je helpt een broer of zus er twee groot te brengen.
Geen enkele andere leerling in de klas is zo briljant als hij.
Ik ben geen student.
Ik heb al met deze student gesproken.
Vooruitgang is geen mystieke kracht of dialectiek die ons steeds hoger tilt.
Iedere student heeft wel eens gespijbeld.
Ik ben een nieuwe studente.
Claude Piron is van mening dat Esperanto een taal is, die "coherentie op het hoogste niveau brengt."